Scheepshond twee weken alleen op een wrak

Hepkema-courant-1

Hepkema-courant-2

Uitgehongerd op een vlotje.

Veertien dagen geleden verging tijdens een vliegende storm op het IJsselmeer de groote baggermolen „Delfzijl”. Alle opvarenden werden gered op één na. Die eene, aan wien niemand tijd had om te denken in die hachelijke oogenblikken, toen ieder maar moest zien dat hij aan boord van het reddende vaartuig kwam, was de scheepshond. Het arme dier bleef alleen achter op den zinkende baggermolen en men wist later niet beter of het dier had den dood in de golven gevonden.

Toen de wind den volgenden dag was gaan liggen en de bemanning naar het wrak kwam kijken, was de baggermolen gekapseisd. Een gedeelte stak nog boven water uit. ongeveer zeventig centimeter, maar van den hond merkte niemand iets. Ook de volgende dagen brachten telkens mannen een bezoek aan het wrak, dat zich nog steeds met een gedeelte boven de golven verhief, en niemand kwam op de gedachte, dat daar binnenin de scheepshond ronddreef op een luik. waarop het dier een toevlucht had gezocht, toen de baggermolen kantelde en volliep. Totdat dezer dagen de heer Bijker. directeur van de bergingsfirma, die het gevaarte zal trachten te lichten, bij het wrak kwam en dit voor de werkzaamheden nauwkeurig opnam. Hij keek door een patrijspoort en meende iets te zien bewegen. Was er dan toch een levend wezen achtergebleven? Scherper keek de heer Bijker naar binnen en toen ontwaarde hij tot zijn groote verbazing, dat daar een hond ronddreef op een houten luik, als een schipbreukeling op een vlot. Met een stuk hout sloeg de heer Bijker het glas van de patrijspoort stuk en door deze kleine opening wist hij den hond in zijn boot te krijgen. Het arme dier, dat twee weken lang zonder voedsel in de donkere ruimte had rondgedreven, was er ellendig aan toe, maar het jankte van blijdschap, dat het uit zijn gevangenschap bevrijd was. Vermoedelijk heeft het beest zich wat gevoed met het consistentvet, waarvan een groote hoeveelheid in den baggermolen aanwezig was. De heer Bijker nam den hond mee naar Vollenhove, waar een hotelhouder de zorgen voor den viervoetigen schipbreukeling overnam. Als goed dierenvriend zorgde deze, dat de uitgehongerde hond eerst wat licht verteerbaar voedsel kreeg en nu is het dier al aardig opgeknapt. Nog een paar dagen en hij is het hele avontuur vergeten!.