Techniek

Techniek

 

Type werktuig Emmerbaggermolen
Bouwwerf Holhuis – Veendam
Bouwjaar / verbouwd 1935 / 1966
Lengte 25,72 m
Breedte 6,90 m
Holte 2,40 m
Diepgang 1,50 m
Hoogste punt t.o.v. de waterlijn 8,10 m
Max. baggerdiepte 13,00 m
Emmerinhoud 300 liter
Aandrijving emmerketting 1 cil. stoommachine 125 pk
Havenaggregaat Lister 36 pk
Emmersnelheid 16 of 22 per minuut
Inhoud brandstoftank 13.000 liter
Inhoud watertank 3.000 liter
Hoogte onderkant stortgoot 2,65 m
Bemanning 5

De baggermolen zelf staat eigenlijk gemonteerd op een stalen bak.

Vanaf de voorsteven tot ongeveer in het midden in de bak in de lengte as heeft men een insnijding (bun of beun genoemd) aangebracht. In het beun hangt de emmerladder met emmerketting : deze laatste bestaat uit emmers en schalmen. Midden op het vaartuig staat de hoofdbok, een van staal geconstrueerde portaal, waarop de emmerladder scharnierend rust. Deze emmerladder wordt aan het onderkant opgehangen aan de ladderbok, die vlak bij de voorsteven van het vaartuig is opgesteld. De emmerladder dient voor de geleiding van de emmerketting. Dit is een ketting zonder eind met lange schalmen, waarop de emmers zijn bevestigd. De emmerketting loopt aan het boveneind van de ladder over een vijfhoekige trommel het zogenaamde vijfkant en aan de onderzijde over de zogenaamde zeskant, en verder over rollen, die op de emmerladder zijn bevestigd.

De Friesland heeft geen eigen voortstuwing zodat het steeds naar andere baggerwerken gesleept moest worden, zoals met de meeste van de honderden baggermolens die ons land in de periode 1880-1960 rijk was.

De stoommachine drijft de emmerladder aan, een reeks van 40-50 emmers die door middel van schalmen tot een eindeloze ketting zijn samen gesteld. De ladder steekt schuin naar beneden tot een diepte van ruim 8 meter waardoor de ronddraaiende emmers het slib van de bodem van de waterweg /rivier kunnen schrapen.

Met behulp van ankers wordt de molen heen en weer bewogen van links naar rechts en terug om de juiste breedte van de waterweg /rivier te kunnen maken. De voortgaande beweging wordt eveneens door middel van een anker aan een lange staalkabel verzorgd. De stoomlieren aan dek trekken de molen in elke gewenste richting.

De afmetingen van de Friesland zijn : lengte 25,10 meter, de breedte bij de bouw inclusief berghout bedroeg 5,50 meter en de diepgang is 1,50 meter. Het hoogste punt boven de waterspiegel is 7,65 meter. Bij transport van de molen kon/kan die hoogte gereduceerd worden tot 4,70 meter om gemakkelijker onder bruggen door te kunnen varen.

 

Baggermolen Friesland


Stoominstallatie

Stoomketels bestaan uit ijzerplaten, die met elkaar zijn verbonden om zo een ketel te vormen. Tot ca. 1945 werden de platen van stoomketels voornamelijk door middel van klinknagels met elkaar verbonden. Daarna worden ze aan elkaar gelast, waarbij de lasnaden door middel van speciale ultrasoon- of röntgenapparatuur worden geïnspecteerd voordat de ketel de fabriek verlaat.

De ketel van de Friesland is een vuurgang-vlampijpketel, ook wel Schotse ketel genoemd, en heeft de vorm van een liggende cilinder. In deze cilinder zit een gegolfde ruimte die we vuurgang noemen. Om de warmteoverdracht te verbeteren wordt de vuurgang meestal gegolfd gemaakt, zo wordt ook een groter oppervlak gecreëerd. Tevens wordt de vuurgang hierdoor sterker en kan deze dus dunner geconstrueerd worden om sneller de warmte door te geven.

VuurgangDe vuurgang eindigt in het inwendige van de ketel in de keerkast. Deze keerkast is een holle ruimte die door vele steekbouten gesteund wordt om zodoende op zijn plaats te blijven en om de grote druk te kunnen weerstaan. Vanuit de keerkast gaan dan de rookgassen door ± 70 vlampijpen terug naar de voorzijde van de ketel richting de rookkast die in verbinding staat met de schoorsteen.
Friesland

Alle delen waardoor de hete gassen passeren geven hun warmte af aan het omringende water. Hoe meer vlampijpen, hoe groter de keerkast en vuurgang, des te meer warmte kan er overgedragen worden aan het water.

In het begin werd de ketel gestookt met kolen en lag er in de vuurgang een rooster waarop deze kolen verbrand werden. In 1966 werd de installatie omgebouwd naar oliestook en voorzien van een ventilatorbrander. De kolenbunkers werden omgebouwd en zijn nu geschikt voor ± xxx liter xxxx.

Het opstoken van de ketel is erg tijdrovend, de ketel bevat al gauw 6000 liter water wat van ruimtetemperatuur tot 150°C (8 bar druk) verwarmd moet worden. Ook alle stalen delen van de ketel moeten rustig kunnen uitzetten om schade te voorkomen, vooral omdat de ketel geklonken is. Het opstoken van de ketel duurt al gauw drie dagen.

 

Lloyds-registerIn een stoomketel wordt een aanzienlijke hoeveelheid energie opgeslagen in de vorm van stoom onder hoge druk. Als het materiaal en appendages van de ketel die druk niet kan weerstaan zal de ketel exploderen. Hierom moeten stoomketels van overheidswege aan strenge veiligheidsregels voldoen.

In principe kan worden volstaan met een tweejaarlijkse ketelkeuring. Deze keuringen voor de Friesland worden uitgevoerd door Lloyd’s Register.

Tijdens de ketelkeuring wordt de ketel in eerste instantie visueel geïnspecteerd op gebreken en op corrosie. Behalve de inspectie van de ketel wordt ook gekeken naar de diverse appendages zoals de veiligheidsklep, (deze moet openen bij maximale druk), laag water nivo van de peilglazen en uitschakelen van de brander.

Wanneer geen gebreken worden geconstateerd geeft de keuringsinstantie een vergunning af voor twee jaar.

Bovenin de ketel zit de stoomruimte met alle aansluitingen van:

  • de veiligheid;
  • de laagwater nivo beveiliging;
  • de stoomafsluiters naar de stoomlieren, ladderlier en fluit;
  • de hoofdstoom afsluiter naar de stoommachine.

Van de hoofdstoomafsluiter gaat de stoom door de stoomleiding naar de stoomschuif van de stoomcilinder. In de stoomleiding wordt nog cilinderolie gesuppleerd om de zuiger te smeren.

Na zijn arbeid gedaan te hebben gaat de afgewerkte stoom via de voedingwater voorverwarmer  en de condensor naar de “hot well” met loofah sponzen om de cilinderolie uit het condensaat te filteren. Daarvandaan gaat het condensaat naar de voedingwater voorraadtank.
Baggermolen Friesland